Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de gemeente het gelijkheidsbeginsel niet heeft geschonden door in de verordening reclamebelasting een vrijstelling op te nemen voor tussenpersonen in de "onroerendgoedbranche".

Belanghebbende, X, exploiteert een café in een centrumgebied in de gemeente Almelo. In geschil is of de gemeente aan X terecht een aanslag reclamebelasting heeft opgelegd voor het jaar 2014.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de gemeente het gelijkheidsbeginsel niet heeft geschonden door in de verordening reclamebelasting een vrijstelling op te nemen voor tussenpersonen in de "onroerendgoedbranche". Deze vrijstelling voor makelaars is ingevoerd om leegstand van bedrijfs- en woonruimten in het centrumgebied van de gemeente te voorkomen. Naar het oordeel van het hof vormt dit een objectieve en redelijke rechtvaardiging voor de verschillende behandeling van deze tussenpersonen en X als exploitant van een café. Van verboden discriminatie is dan ook geen sprake, nog daargelaten of er sprake is van gelijke gevallen. Het hof verwerpt ook de overige grieven van X, onder meer over de beperking van de heffing tot het centrumgebied, en verklaart het hoger beroep ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 227

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

4

Gerelateerde artikelen