Aan belanghebbende, X, zijn navorderingsaanslagen IB/PVV opgelegd over de jaren 2008 en 2009 met vergrijpboeten. In bezwaar vermindert de inspecteur de boeten van 50% tot 25% omdat de mate van verwijtbaarheid naar het oordeel van de inspecteur ‘grove schuld’ inhoudt in plaats van ‘opzet’. In beroep komt de inspecteur hier op terug en stelt hij dat de boeten ten onrechte zijn verminderd.
Hof ’s-Hertogenbosch weigert anders dan de rechtbank interne compensatie toe te passen voor de vergrijpboete. Vaststaat dat de redelijke termijn is overschreden. De inspecteur verzoekt het hof de boete toch niet te verminderen omdat in de uitspraak op bezwaar de gedragingen van X ten onrechte zijn aangemerkt als grove schuld in plaats van opzet en de boeten dus ten onrechte zijn verminderd. Het hof verwerpt het verzoek van X, overwegende dat wijziging van de juridische kwalificatie geen verhoging van de boete met zich kan brengen. Interne compensatie zou in feite een verhoging van de boete betekenen. Het hof vermindert de boetes wegens overschrijding van de redelijke termijn.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67e
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 20 november