Hof Amsterdam oordeelt in navolging van Rechtbank Noord-Holland dat de inspecteur bevoegd was tot herziening van de VAR-WUO van wijkziekenverzorgende X in een VAR-loon.

X is werkzaam als gespecialiseerde wijkziekenverzorgende. X is ingeschreven in het handelsregister bij de Kamer van Koophandel als zorgverlener en houdt zich bezig met het aanbieden van AWBZ-zorg in natura. In geschil is of de inspecteur terecht de VAR-WUO van X over de jaren 2013 en 2014 heeft herzien in een VAR-loon.

Hof Amsterdam oordeelt in navolging van Rechtbank Noord-Holland dat de inspecteur bevoegd was tot herziening van de VAR-WUO van wijkziekenverzorgende X in een VAR-loon. Het hof acht het hoger beroep ontvankelijk, reeds vanwege het verzoek van X tot schadevergoeding. Wat betreft de VAR oordeelt het hof dat X niet als ondernemer handelde. Het feit dat X vanaf 15 oktober 2013 via een 'opting-in-regeling' is gaan werken vormt een gewijzigde omstandigheid die herziening van de VAR rechtvaardigt. Verder verenigt het hof zich met het oordeel van de rechtbank dat de inspecteur in de bezwaarfase de hoorplicht heeft geschonden. Zowel het principale hoger beroep van X als het incidentele hoger beroep van de inspecteur is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.156

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 26 september

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen