Dat rechtsbijstand is verleend op basis van ‘no cure no pay' staat aan een proceskostenvergoeding niet in de weg, zo oordeelt de Hoge Raad.

Belanghebbende, X, is eigenaar en gebruiker van een hoekwoning in aanbouw in de gemeente Alphen aan den Rijn. De WOZ-waarde 2009 is door de gemeente vastgesteld op € 400.000. X vindt dat zijn woning op de peildatum 1 januari 2008 hooguit € 358.000 waard was en onderbouwt dit met een taxatierapport. Hof 's-Gravenhage oordeelt dat het taxatierapport van X prevaleert boven dat van de gemeente en vermindert de WOZ-waarde tot € 358.000. Tegen deze beslissing stelt het college van B&W van de gemeente beroep in cassatie in.

De Hoge Raad verklaart het door de gemeente ingestelde cassatieberoep met toepassing van art. 81 Wet RO ongegrond. De Hoge Raad veroordeelt het college van B&W in de proceskosten van X. Dat X rechtsbijstand heeft ingeschakeld op basis van ‘no cure no pay' staat aan een proceskostenvergoeding niet in de weg. De vergoeding bedraagt voor de cassatieprocedure € 874.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hoge Raad

4

Gerelateerde artikelen