De Hoge Raad wijst het herzieningsverzoek van X af met toepassing van art. 80a Wet RO. Het verzoek rechtvaardigt geen behandeling in cassatie omdat het klaarblijkelijk niet tot herziening van voormeld arrest en derhalve niet tot cassatie kan leiden, aangezien het verzoekschrift geen feiten of omstandigheden als bedoeld in art. 8:88 lid 1 Awb behelst.

X stelt cassatie in tegen de uitspraak van Hof 's-Hertogenbosch van 10 november 2011, nrs. 10/00717 en 10/00718 betreffende WOZ-beschikkingen en aanslagen OZB. De Hoge Raad doet op 22 juni 2012 het cassatieberoep af met toepassing van art. 81 Wet RO. Nadien dient X een verzoek in tot herziening van dit arrest.

De Hoge Raad wijst het herzieningsverzoek van X af met toepassing van art. 80a Wet RO. De Hoge Raad is van oordeel dat het ingediende verzoek geen behandeling in cassatie rechtvaardigt omdat het klaarblijkelijk niet tot herziening van voormeld arrest en derhalve niet tot cassatie kan leiden, aangezien het verzoekschrift geen feiten of omstandigheden als bedoeld in art. 8:88 lid 1 Awb behelst. De Hoge Raad zal daarom - gezien art. 80a Wet RO en gehoord de Procureur-Generaal - het verzoek niet-ontvankelijk verklaren.

 

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:88

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 24 december

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen