De Hoge Raad overweegt dat de afkoop van een belastingvrij deel van een saldolijfrente  in wezen tot gedeeltelijke afkoop van overige aanspraken leidt.

 

X, belanghebbende, heeft een aanspraak op pensioen jegens A bv. Tevens heeft hij drie lijfrenteaanspraken bij A bv, waarvan één saldolijfrenteaanspraak. De saldolijfrente keert levenslang uit. Bij overeenkomst van 12 september 2003 wordt de saldolijfrente omgezet in een tijdelijke lijfrente. X ontvangt in verband hiermee in 2003 een afkoopsom van € 218 430. Deze afkoopsom is gelijk aan de resterende saldoruimte van de saldolijfrente. In het jaar 2004 ziet X af van het restant van de saldolijfrente in verband met de slechte solvabiliteit en liquiditeit van A bv. In 2009 heeft A bv niet langer de financiële middelen om aan haar verplichtingen jegens X te voldoen en in  2010 wordt de bv geliquideerd. In geschil is of X middels de gedeeltelijke afkoop van de saldolijfrente in het jaar 2003 niet alleen is overgegaan tot gedeeltelijke afkoop van de saldolijfrente, maar ook zijn overige aanspraken gedeeltelijk heeft afgekocht dan wel prijsgegeven. Hof 's-Hertogenbosch overweegt dat X met de gedeeltelijke afkoop van de saldolijfrente zijn overige aanspraken eveneens gedeeltelijk heeft afgekocht. De inspecteur heeft de in geschil zijnde navorderingsaanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen terecht opgelegd. X komt in cassatie. De Hoge Raad overweegt dat het oordeel van het hof voldoende gemotiveerd en begrijpelijk is en uitgaat van een juiste rechtsopvatting. Aan dat oordeel heeft het hof ten grondslag gelegd dat door de uitkering van de afkoopsom het beschikbare vermogen van A bv zodanig werd aangetast dat niet te verwachten was dat A bv nog aan haar resterende verplichtingen zou kunnen voldoen. De uitkeringen uit de overige aanspraken werden door die uitkering substantieel aangetast of werden illusoir. Het cassatieberoep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de loonbelasting 1964 19b

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Pensioenen, Inkomstenbelasting, Loonbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 24 december

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen