Het Hof van Justitie EU oordeelt dat Hongarije in strijd met het EU-recht handelt door de termijn van de btw-teruggaaf te verlengen als een boete is opgelegd wegens niet-medewerking. Ook is het in strijd met het EU-recht dat Hongarije in dergelijke gevallen weigert om vertragingsrente te betalen.

Glencore Agriculture Hungary Kft. is actief in de graanhandel. Over de maand september 2011 verzoekt Glencore om teruggaaf van een bedrag van circa € 12,4 mln aan btw. Nadat de Hongaarse Belastingdienst in 2013 een teruggaaf verleent van circa € 5,9 mln, verzoekt Glencore om vergoeding van circa € 1,3 mln aan vertragingsrente. Volgens de Belastingdienst is er echter geen sprake van vertraging, en dus ook geen recht op vertragingsrente. De Belastingdienst wijst er daarbij op dat Glencore tijdens een controle verzuimde om de vereiste gegevens te verstrekken. Tevens wijst de Belastingdienst er op dat er boetes aan Glencore zijn opgelegd, waardoor de termijn voor de btw-teruggaaf is verlengd. De Hongaarse rechter stelt prejudiciële vragen in deze zaak.

Het Hof van Justitie EU oordeelt dat Hongarije in strijd met het EU-recht handelt door de termijn van de btw-teruggaaf te verlengen als een boete is opgelegd wegens niet-medewerking. Ook is het volgens het Hof van Justitie EU in strijd met het EU-recht dat Hongarije in dergelijke gevallen weigert om vertragingsrente te betalen. Het Hof van Justitie EU overweegt daarbij dat de Hongaarse Belastingdienst de boete pas vlak voor het verstrijken van de terugbetalingstermijn voor de voorbelasting heeft opgelegd, en dat pas na twee jaren een terugbetaling heeft plaatsgevonden.

[Bron Uitspraak]

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie

5

Gerelateerde artikelen