Belanghebbende, X, oefent in de jaren 2005, 2006 en 2007 vier ondernemingen uit. De drie agrarische ondernemingen lopen slecht en zijn begin 2006 beëindigd, waarna alleen de vierde onderneming — de exploitatie van een outletstore — is voortgezet. Na aanmaningen tot het doen van aangiften IB, legt de inspecteur na een boekenonderzoek waarbij hij vaststelt dat X geen administratie heeft bijgehouden, ambtshalve aanslagen op. X maakt daartegen bezwaar door alsnog elektronische aangiften in te dienen. De inspecteur berekent de belastbare winst over 2005 en 2007 op nihil en in 2006 berekent hij de gewone jaarwinst ook op nihil maar de belastbare stakingswinst op € 237.220. X vecht de opgelegde aanslagen aan. Rechtbank Arnhem oordeelt dat X niet de vereisten aangiften heeft gedaan zodat de aanslagen terecht met omkering en verzwaring van de bewijslast zijn opgelegd. Het is aan X om overtuigend aan te tonen dat en in hoeverre de aanslagen onjuist zijn. Pas in beroep overlegt X jaarrekeningen over de jaren 2005, 2006 en 2007. De samensteller ervan legt de eindverantwoordelijkheid ervan nadrukkelijk bij X. De rechtbank oordeelt dat bij de overgelegde jaarrekeningen vraagtekens dienen te worden geplaatst voor wat betreft de betrouwbaarheid, controleerbaarheid en juistheid, zodat X daarmee niet overtuigend heeft aangetoond dat en in hoeverre de door de inspecteur opgelegde aanslagen onjuist zijn, aldus de rechtbank.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Arnhem
Editie: 13 februari