Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de gemachtigde gelet op zijn wijze van communiceren niet meer per e-mail en fax contact met de Belastingdienst mag opnemen zodat hij ook wist dat zijn e-mail niet in behandeling zou worden genomen.
Aan X bv is een BPM-naheffingsaanslag opgelegd. X bv gaat in bezwaar en stelt de inspecteur later in gebreke wegens het uitblijven van de uitspraak op bezwaar. In reactie hierop wordt de aanslag vernietigd en is een dwangsom toegekend van € 20, uitgaande van 6 maart 2017 als datum van ingebrekestelling. Volgens de gemachtigde van X bv is de ingebrekestelling echter al op 24 februari 2017 per fax naar Rechtbank Gelderland en per e-mail naar de Belastingdienst gestuurd.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de gemachtigde gelet op zijn wijze van communiceren niet meer per e-mail en fax contact met de Belastingdienst mag opnemen zodat hij ook wist dat zijn e-mail van 24 februari 2017 niet in behandeling zou worden genomen. Bovendien moet een ingebrekestelling altijd schriftelijk geschieden. De ontvangst door de rechtbank is niet van belang, aangezien uitsluitend de dag van ontvangst bij de Belastingdienst leidend is. De dwangsom kan dus niet hoger zijn dan € 20. Voor wat betreft de rentevergoeding die wordt geclaimd, wordt overwogen dat de rechtbank niet bevoegd is hierover een oordeel te geven (zie HR 3 maart 2017, nr. 16/01176, V-N 2017/14.9). Het beroep van X bv is ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 4:17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 8 april