Belanghebbende, X, en zijn echtgenote zijn geïdentificeerd als rekeninghouders van een bankrekening bij Van Lanschot Bank in Luxemburg (hierna: VLB). X ontkent eerst een rekening bij VLB te hebben aangehouden. In november 2012 stuurt de inspecteur X twee informatiebeschikkingen betreffende de jaren 2008 tot en met 2010 omdat X niet aan de verplichtingen van artikel 47 AWR heeft voldaan. In geschil is of de informatiebeschikkingen terecht zijn gegeven. De rechtbank verklaart het beroep van X op 22 december 2014 ongegrond. X komt in hoger beroep. Op 25 september 2015 verstrekt X de inspecteur alsnog informatie over de betreffende bankrekening.
Hof 's-Hertogenbosch verklaart X niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep betreffende de informatiebeschikking met betrekking tot het jaar 2008. Vast staat namelijk dat deze informatiebeschikking is vervallen. Door het hoger beroep kan X betreffende deze informatiebeschikking niet in een betere positie komen te verkeren. Verder overweegt het hof dat gelet op de door X aan de inspecteur gegeven openheid van zaken betreffende de bankrekening tussen partijen vaststaat dat X in het jaar 2009 nog (mede-)rekeninghouder was van de bewuste bankrekening. De inspecteur heeft op de zitting gesteld dat hij, ondanks genoemde openheid van zaken, met betrekking tot de jaren 2009 en 2010 nog niet alle gevraagde informatie heeft ontvangen van X. De gemachtigde van X heeft op de zitting verklaard dat deze gevraagde informatie alsnog aan de inspecteur zal worden toegestuurd. Volgens het hof zijn de informatiebeschikking met betrekking tot de jaren 2009 en 2010 daarom terecht gegeven. Het hoger beroep is in die zin ongegrond.
Lees ook het thema Informatiebeschikking: stand van zaken.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a
Algemene wet inzake rijksbelastingen 47