X komt in 2002 een doorlopend aflossingsvrij krediet overeen met de bank van € 50.000. Tot en met de aangifte IB/PVV 2010 neemt X deze lening niet op als eigenwoninglening. In hoger beroep is in geschil of een groter bedrag dan € 15.669 van het in 2002 opgenomen krediet kwalificeert als eigenwoningschuld.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat hij een groter bedrag dan € 15.669 van het in 2002 opgenomen krediet heeft gebruikt voor verbetering of onderhoud van de eigen woning. De overige door X overgelegde facturen zien op uitgaven in de jaren 2003, 2004, 2008, 2009 en 2010. Op geen enkele wijze maakt X aannemelijk dat het opgenomen krediet is aangewend voor de voldoening van deze uitgaven. Dit ligt ook niet voor de hand gelet op het tijdsverloop tussen de uitbetaling van een deel van het krediet en de voldoening van de overgelegde facturen. X' hoger beroep is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.119a
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 15 mei