X is het niet eens met de WOZ-beschikking en de OZB-aanslag 2015 die de gemeente Nissewaard hem heeft opgelegd. Rechtbank Rotterdam verklaart het beroep van X in eerste instantie niet-ontvankelijk. Na een succesvolle verzetsprocedure neemt de rechtbank het beroep alsnog inhoudelijk in behandeling en verklaart zij het beroep ongegrond.
Hof Den Haag doet ambtshalve onderzoek naar de verbindendheid van de verordening en constateert dat de OZB-verordening niet tijdig is bekendgemaakt. De aanslag is opgelegd met dagtekening 28 februari 2015. De verordening is pas nadien op 24 april 2015 bekendgemaakt. Ten tijde van de aanslagoplegging was de verordening dus onverbindend. Aan de onverbindendheid van de verordening kan volgens het hof niet met toepassing van art. 6:22 Awb worden voorbijgegaan. Het hof vernietigt de aanslag OZB. De WOZ-waarde van € 261.000 acht het hof niet te hoog, zodat het hoger beroep gericht tegen de waarde ongegrond is. Het hof oordeelt vervolgens dat de rechtbank de heffingsambtenaar terecht heeft veroordeeld in de kosten die X heeft gemaakt voor de verzetsprocedure. Daaraan doet niet af dat de verzetsprocedure het gevolg is van de onterechte niet-ontvankelijkverklaring door de rechtbank. Het hof ziet geen ruimte om de rechtbank te veroordelen in de proceskosten.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Den Haag
Editie: 15 mei