Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inkomsten als gastouder kwalificeren als resultaat uit overige werkzaamheden omdat X alleen haar eigen kleinkinderen opvangt en niet openstaat voor werving van kinderen van derden.

Belanghebbende, X, exploiteert sinds 2009 een onderneming in de vorm van een eenmanszaak. Daarnaast start X in 2013 met werkzaamheden van gastouderopvang van haar kleinkinderen. In de aangifte IB/PVV 2018 geeft zij een winst uit onderneming aan van € 25.656 verminderd met € 9354 aan kosten. De inspecteur legt in afwijking van de aangifte aanslagen IB/PVV en Zvw op, waarbij hij de inkomsten uit gastouderopvang kwalificeert als ROW. In geschil is of de inkomsten van X uit gastouderopvang kwalificeren als winst uit onderneming of als resultaat uit overige werkzaamheden.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inkomsten als gastouder kwalificeren als resultaat uit overige werkzaamheden. Het aantal opdrachtgevers is gering omdat X alleen haar eigen kleinkinderen opvangt en niet openstaat voor werving van kinderen van derden. Daarnaast heeft zij geen aansprakelijkheidsverzekering afgesloten. De kosten van de gastouderopvang mogen op € 4000 gesteld worden. De beroepen van X zijn gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.4

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Rubriek: Inkomstenbelasting, Belastingrecht algemeen

Editie: 24 januari

Informatiesoort: VN Vandaag

540

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen