Belanghebbende (X) heeft in 2005 werkzaamheden verricht voor een gespecialiseerde organisatie van de VN (bedrijf A). Tot 31 maart 2005 verricht hij de werkzaamheden in dienstverband en vanaf 25 april tot en met 7 december 2005 als short term consultant. In zijn IB-aangifte over het jaar 2005 heeft belanghebbende de inkomsten van A aangemerkt als van belastingheffing vrijgestelde inkomsten. De inspecteur is echter van mening dat alleen de inkomsten die belanghebbende genoten heeft gedurende de periode dat er sprake was van een dienstverband, van belastingheffing zijn vrijgesteld. Belanghebbende stelt dat er sprake is van strijd met het gelijkheidsbeginsel omdat de inkomsten van een short term consultant van de Wereldbank – op grond van een besluit van de staatssecretaris – van belastingheffing zijn vrijgesteld.
Rechtbank Haarlem oordeelt dat de inkomsten van belanghebbende over de periode april – december 2005 niet van belastingheffing zijn vrijgesteld. Volgens de rechtbank is er namelijk geen sprake van gelijke gevallen, omdat een short term consultant bij de Wereldbank zijn werkzaamheden als staflid van de Wereldbank uitvoert en belanghebbende zijn werkzaamheden niet als staflid van bedrijf A uitvoert. Verder verwerpt de rechtbank belanghebbendes stelling dat er sprake is van een voortgezet dienstverband. Het gelijk is aan de inspecteur.