De Hoge Raad  handhaaft de beschikking aansprakelijkstelling ten name van X bv. De ontvanger heeft bij het afgegeven van de verklaringen van betalingsgedrag niet onzorgvuldig gehandeld.

X bv, belanghebbende, heeft personeel ingeleend van A en doorgeleend aan andere bedrijven, waaronder G bv. X bv wordt door de ontvanger aansprakelijk gesteld voor een gedeelte van de door A niet (volledig) betaalde naheffingsaanslagen loonbelasting/premie volksverzekeringen en omzetbelasting over de jaren 1999 en 2000. X bv komt in beroep tegen de aansprakelijkstelling. Rechtbank Haarlem overweegt dat de ontvanger heeft gehandeld in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel, omdat hij verklaringen van betalingsgedrag heeft afgegeven, terwijl hij ermee bekend was dat een strafrechtelijk onderzoek naar A zou worden gestart. Hiermee is bij X bv ten onrechte de indruk gewekt dat A een betrouwbare uitlener was. De beschikking aansprakelijkstelling van X bv moet worden vernietigd. Hof Amsterdam vernietigt in hoger beroep de uitspraak van de rechtbank. X bv is door de ontvanger terecht aansprakelijk gesteld. De ontvanger heeft niet gehandeld in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel. Aan dat oordeel doet volgens het hof niet af de omstandigheid dat X bv een (zij het onvolledige) schaduwadministratie heeft gevoerd. X bv komt in cassatie. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond. In het licht van hetgeen de Hoge Raad in zijn arresten van 19 december 2008, nr. 43282, BNB 2009/75 en 19 december 2008, nr. 43622, BNB 2009/76 heeft overwogen omtrent het afwegingskader van de ontvanger voor de afgifte van verklaringen inzake het betalingsgedrag, geven de oordelen van het hof in deze, geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting. De overige middelen, onder andere het middel dat stelt dat de aansprakelijkheid gematigd dient te worden, falen eveneens. De aansprakelijkstelling wordt gehandhaafd.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Invorderingswet 1990 49

Invorderingswet 1990 34

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Invordering

Instantie: Hoge Raad

Editie: 25 maart

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen