Rechtbank Arnhem oordeelt dat de aftrek van voorbelasting ter zake van de gemengde kosten moet worden bepaald op basis van de omzetverhouding.

Eiseres, X nv, houdt zich bezig met het verkopen, verhuren en financieren van nieuwe en gebruikte auto's. De financieringsactiviteiten zijn vrijgesteld van omzetbelasting, de overige activiteiten niet. In geschil is hoe de aftrek van voorbelasting moet plaatsvinden voor de gemengde kosten (accountantskosten, advieskosten en automatiseringskosten). X nv heeft in het verleden met de inspecteur een afspraak gemaakt dat 88,15% van de omzetbelasting die drukt op de gemengde kosten als aftrekbare voorbelasting in aanmerking kan worden genomen. In deze zaak neemt de inspecteur het standpunt in dat de vooraftrek moet plaatsvinden op basis van het werkelijke gebruik. Hierbij gaat de inspecteur ervan uit dat het werkelijke gebruik van gemengde kosten evenredig is aan de mate waarin de feitelijke activiteiten plaatsvinden.

Rechtbank Arnhem oordeelt dat de aftrek van voorbelasting ter zake van de gemengde kosten moet worden bepaald op basis van de omzetverhouding. Het is aan de inspecteur die een afwijking van de hoofdregel (omzetverhouding) voorstaat om het werkelijke gebruik van de gemengde kosten aannemelijk te maken en de inspecteur is hier volgens de rechtbank niet in geslaagd. De rechtbank is anders dan de inspecteur van oordeel dat het werkelijke gebruik van gemengde kosten niet objectief en nauwkeurig is vast te stellen door te kijken naar het aantal contracten voor belaste prestaties in verhouding tot het aantal contracten voor vrijgestelde prestaties. De inspecteur heeft in dit verband niet aannemelijk gemaakt dat er een relatie is tussen het aantal contracten voor vrijgestelde prestaties en de gemengde kosten. Evenmin heeft de inspecteur aannemelijk gemaakt dat het aantal contracten leidt tot de benodigde nauwkeurige vaststelling van het werkelijke gebruik van de gemengde kosten. Op grond van het voorgaande geldt een pro-rata voor de aftrek van 95%, ondanks het feit dat X nv haar bedrijf maakt van de financiering van auto's (vrijgesteld) en zij het verkopen van auto's (belast) alleen doet in verband met zekerheidstelling voor die financiering en zij daarop weinig winst maakt. De inspecteur mag ter zitting niet terugkomen op de eerder gemaakte afspraak tussen partijen over de geschilomschrijving en mag derhalve geen nieuwe subsidiaire stelling toevoegen. Het gelijk is aan X nv.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Rechtbank Arnhem

Editie: 8 november

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen