X bv is eigenaar van terrein in de gemeente Opmeer dat op de waardepeildatum 1 januari 2010 de bestemming bedrijventerrein heeft. De gemeente is voornemens de bestemming van het gebied te veranderen in wonen. Daartoe stelt de gemeenteraad in september 2010 het voorontwerp van het bestemmingsplan vast. In geschil is de WOZ-waarde van het terrein voor belastingjaar 2011 op de peildatum 1 januari 2010. X bv bepleit een verlaging van de waarde van € 1.323.000 naar € 11.670.
Rechtbank Alkmaar stelt voorop dat het voorontwerp bestemmingsplan van september 2010 een bijzondere omstandigheid is om de toestandsdatum te verleggen van 1 januari 2010 naar 1 januari 2011. Dit betekent dat bij de waardering van het terrein gekeken moet worden naar de situatie op 1 januari 2011. Partijen verschillen niet van mening dat het terrein van X bv op die datum € 3.371875 waard is zonder aftrek van kosten. De gemeente heeft de kans dat de bestemmingswijziging niet zou doorgaan terecht geschat op (slechts) 20%. Nu de kosten van sanering voor rekening van X bv komen, had de gemeente bij de waardering niet mogen volstaan met slechts het toepassen van een rompslompforfait van 10%. Rekening houdend met ruim € 220.000 aan saneringskosten, sloopkosten van € 30.467,48 (iets hoger dan door gemeente ingeschat) en overige kosten van € 1.103.500 is de door de gemeente vastgestelde waarde van € 1.323.000 echter toch niet te hoog. Het beroep van X bv is daarom ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 18
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingrecht algemeen, Belastingen van lagere overheden
Instantie: Rechtbank Alkmaar
Editie: 3 januari