Per 1 januari 2023 treden twee onderdelen van de Wet verbetering uitvoerbaarheid toeslagen (V-N 2021/5.3.4) in werking.
In de Awir wordt geregeld dat ongehuwden en niet-geregistreerde partners wat betreft aanverwantschap gelijk worden gesteld aan gehuwden en geregistreerde partners. Daarnaast wordt geregeld dat dit aanverwantschap blijft bestaan op het moment dat deze ongehuwde personen niet langer als toeslagpartner worden aangemerkt. Dit betekent dat ook aanverwante kinderen jonger dan 27 jaar een verzoek kunnen doen om niet als toeslagpartner te worden aangemerkt.
In de inkomstenbelasting blijft het aanverwantschap voortaan bestaan op het moment dat twee ongehuwde personen niet langer als fiscale partners worden aangemerkt. Dit betekent dat aanverwanten jonger dan 27 jaar van een voormalig fiscaal partner ook een beroep kunnen doen op de uitzondering om een bloed- of aanverwant in de eerste graad jonger dan 27 jaar op verzoek niet als fiscaal partner aan te merken. Daarnaast wordt geregeld dat ook ingeval een van de veronderstelde fiscaal partners niet huurt van de andere partner, maar beide van dezelfde derde huren, verzocht kan worden om toepassing van de uitzondering op het fiscaal partnerschap voor zakelijke (onder)huur. Deze mogelijkheid bestond reeds in de Awir. Ten slotte wordt geregeld dat op de volgende verzoeken wordt beslist bij voor bezwaar vatbare beschikking: het verzoek om uitzondering van het fiscaal partnerschap wegens zakelijke (onder)huur; het verzoek om uitzondering van het fiscaal partnerschap van belastingplichtige en een aanverwant kind jonger dan 27 jaar; en het verzoek om uitzondering van het fiscaal partnerschap van belastingplichtige en een kind jonger dan 27 jaar voor wie belastingplichtige in enig jaar een pleegvergoeding of kinderbijslag heeft ontvangen.
Meer informatie: V-N 2021/5.3.4.
Wetsartikelen:
Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen 3
Wet inkomstenbelasting 2001 1.2
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Toeslagen en zorgverzekeringswet
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën