X is vennoot van vof X (samen: belanghebbende). Uit informatie uit het Europees BTW-systeem blijkt dat Duitse en Belgische bedrijven op het btw-identificatienummer van vof X hebben "gelist". De inspecteur heeft, na indiening van een verzoek, uit het buitenland facturen verkregen die op naam van vof X zijn uitgeschreven. Voornoemde (inkoop)facturen zijn niet in de administratie van vof X aangetroffen. De inspecteur heeft aangenomen dat daarmee zwarte omzet is behaald. Volgens hem heeft X de goederen persoonlijk bij de leveranciers afgehaald en contant betaald en de verkoopopbrengsten van die goederen niet in de aangiften omzetbelasting en ib/pvv verantwoord. De inspecteur heeft daarom naheffingsaanslagen omzetbelasting aan vof X opgelegd en aan X navorderingsaanslagen ib/pvv met boeten en navorderingsaanslagen inkomensafhankelijke bijdragen voor de Zvw. X en vof X gaan in beroep
Volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant zijn er kanttekeningen te plaatsen bij (de onderbouwing van) de standpunten van beide partijen met betrekking tot de Duitse facturen. X heeft wisselend verklaard; de inspecteur heeft geen onderzoek gedaan naar de juistheid van de facturen. Alles afwegende komt de twijfel over wat hier nu wel of niet gebeurd is ten nadele van de inspecteur, in aanmerking genomen dat de bewijslast op de inspecteur rust. De inspecteur maakt niet aannemelijk dat vof X de betwiste inkopen heeft gedaan. De beroepen betreffende de navorderingsaanslag ib/pvv en navorderingsaanslag Zvw over het jaar 2011 zijn ongegrond. De overige beroepen zijn gegrond. De desbetreffende belastingaanslagen en boeten worden vernietigd of verminderd.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.8
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting, Omzetbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 27 oktober