Het kabinet zet de aanpak van belastingontwijking en -ontduiking voort. In navolging van internationale afspraken over het belasten van multinationale ondernemingen is Nederland voorstander van het verkennen of in internationaal en EU-verband afspraken gemaakt kunnen worden over het belasten van zeer vermogende personen. Dit antwoordt staatssecretaris Idsinga van Financiën op vragen over eerdere antwoorden op Kamervragen over belastingconstructies. De beantwoording van deze vragen hebben wij opgenomen in V-N 2024/27.12, V-N 2024/9.8 en V-N Vandaag 2024/1111.

Bij het uitwerken van eerste concrete stappen voor een belastingheffing van ‘high net worth individuals’ kan worden gedacht aan het uitbreiden van de internationale uitwisseling van informatie naar bezit van vastgoed en andere niet-financiële bezittingen. Ook wordt door meer landen steun uitgesproken voor een minimale belastingdruk van 2% op het vermogen van miljardairs. De VS heeft vooralsnog aangegeven geen voorstander te zijn van een wereldwijde vermogensbelasting.

Ondanks dat de Pijler 2-regels nog niet in de VS zijn geïmplementeerd, hebben ze wel gevolgen voor het Amerikaanse bedrijfsleven dat actief is in implementerende landen, zoals Nederland, en het bedrijfsleven uit die landen dat actief is in de VS. Nederland heeft meerdere bijhefmogelijkheden. Nederland kan echter niet bijheffen op grond van de onderbelastewinstmaatregel over de laagbelaste winst van entiteiten in de VS indien de uiteindelijkemoederentiteit is gevestigd in de VS. Deze uitzondering volgt uit de tijdelijke onderbelastewinstbijheffing veiligehavenregel die van toepassing is ten aanzien van boekjaren die eindigen op uiterlijk 31 december 2026. Voor een internationaal gelijk speelveld en daarmee de concurrentiepositie van het Nederlandse bedrijfsleven is het van belang dat dit een tijdelijke regel is, aldus Idsinga.

Verder ziet het kabinet geen reden om de bepalingen inzake terugbetaling van kapitaal te onderzoeken of te heroverwegen. De resultaten van het aangekondigde onderzoek naar alternatieve maatregelen tegen dividendstripping worden naar verwachting in het voorjaar van 2025 gepresenteerd.

[Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron]

Rubriek: Internationaal belastingrecht, Inkomstenbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 29 augustus

Informatiesoort: VN Vandaag

1423

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen