De Kennisgroep onroerende zaken stelt dat een aflossingsvrije lening vanaf het moment dat de oude woning anders dan tijdelijk als hoofdverblijf gebruikt wordt weer als bestaande eigenwoningschuld kwalificeert.

X heeft vóór 2013 een woning gekocht waarvoor hij een aflossingsvrije lening is aangegaan. De lening kwalificeert als een bestaande eigenwoningschuld. Na 31 december 2012 verhuist X, de oude woning wordt een vakantiewoning. De woning en eigenwoningschuld gaan over na box 3. Een aantal jaar later gebruikt X de oude woning weer anders dan tijdelijk als hoofdverblijf. Vanaf dit moment kwalificeert de aflossingsvrije lening weer als bestaande eigenwoningschuld, aldus de kennisgroep. De schuld is immers historisch gezien aangegaan ter verwerving van een eigen woning. De kennisgroep merkt op dat in bepaalde gevallen de omvang van de bestaande eigenwoningschuld ná terugkomst af kan wijken van die van vóór vertrek als gevolg van fictieve vervreemding en verwerving van de eigen woning. Er kan een eigenwoningreserve ontstaan die de maximale eigenwoningschuld verlaagd. Bij de terugkeer naar box 1 kan de omvang van de bestaande eigenwoningschuld worden beperkt als de waarde van de woning in de box 3-periode is gedaald tot een waarde die lager is dan de bestaande eigenwoningschuld. Als X vóór 31 december 2012 was verhuisd had de terugkeer naar de oude woning vóór 1 januari 2021 plaats moeten vinden om gebruik te kunnen maken van het overgangsrecht voor bestaande eigenwoningschulden.

Lees ook het thema Eigenwoningregeling.

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 119aa

Wet inkomstenbelasting 2001 10bis.1

[Nieuwsbron]

Rubriek: Inkomstenbelasting

Regelgevende instantie: Belastingdienst

Editie: 27 december

Informatiesoort: VN Vandaag

696

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen