Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de berekening in de BPM-aangifte in materiële zin correct is, aangezien de koerslijstwaarde de referentieprijs weergeeft van een soortgelijke auto zonder schade en de hoogte van de aftrek wegens schade niet in geschil is.

De heer X koopt in een andere EU-lidstaat een gebruikte Opel Corsa voor € 5.500 (ex btw). Volgens zijn BPM-aangifte is de handelsinkoopwaarde slechts € 1.375, zijnde de koerslijstwaarde van € 8.340 minus de schade van € 6.965 (72% van € 9.673). In geschil is de voldoening op aangifte van € 306. De naheffing van € 1.739 is niet meer in geschil, aangezien het bezwaar hiertegen wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk was.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de berekening in de aangifte in materiële zin correct is, aangezien de koerslijstwaarde de referentieprijs weergeeft van een soortgelijke auto zonder schade en de hoogte van de aftrek wegens schade niet in geschil is. Bij een schade-auto is het namelijk vrijwel onmogelijk om een soortgelijke schade-auto als referentie te vinden. X claimt terecht een extra leeftijdskorting vanwege de tijd die is verlopen tussen de aangifte (2 februari 2015) en de registratie (23 april 2015). X heeft dus recht op een teruggaaf van € 12. Het beroep van X is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

2

Gerelateerde artikelen