De heer X maakt bezwaar tegen de loonheffing die op zijn loon over de maand januari 2013 is ingehouden. X stelt dat door de inwerkingtreding van de Wet Uniformering Loonbegrip (WUL) zijn netto inkomen fors achteruit is gegaan en dat dit een schending is van zijn eigendomsrecht als bedoeld in art. 1 Eerste Protocol bij het EVRM. In geschil is of de inspecteur het bezwaar niet-ontvankelijk heeft verklaard. Rechtbank Den Haag oordeelt dat X de juistheid van de afdracht heeft betwist, zodat hij een processueel belang had bij zijn bezwaar. Zijn bezwaar is dus ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard. Er is reden om zelf in de zaak te voorzien en te bepalen dat de onderhavige uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde uitspraak op bezwaar. Ook al zou de achteruitgang van € 66 volledig zijn toe te rekenen aan de WUL, dan nog is dit geen buitensporige individuele last. Het maakt ook niet uit dat de beoogde inkomensschommeling van -1,5% tot 1,5% mogelijk wel is overschreden. Het bezwaar van X wordt alsnog ongegrond verklaard.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 26
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Loonbelasting
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 12 mei