De inspecteur heeft volgens Hof 's-Gravenhage terecht een LB-naheffingsaanslag aan X opgelegd voor het privégebruik van de auto van de zaak. Dat X de rittenadministratie niet kan reproduceren dient voor rekening van X te komen.

 

Aan belanghebbende, X, is door zijn werkgever een auto van de zaak ter beschikking gesteld. Op 25 mei 2009 geeft de inspecteur een beschikking "Verklaring geen privégebruik auto" af aan X. Korte tijd later verzoekt de inspecteur X om informatie omtrent het privégebruik. Omdat X geen informatie verstrekt, legt de inspecteur een LB-naheffingsaanslag voor het privégebruik van de auto aan X op.

Hof 's-Gravenhage oordeelt dat de inspecteur de naheffingsaanslag terecht aan X heeft opgelegd. Dat X de vereiste gegevens niet meer kan achterhalen, komt volgens het hof voor rekening van X. Het hof verwerpt vervolgens ook de stelling van X dat de wetgever in formele geen mogelijkheid heeft geschapen om een naheffingsaanslag op te kunnen leggen. Het hof wijst hierbij op het zestiende lid van art. 13bis Wet LB. De naheffingsaanslag blijft in stand.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de loonbelasting 1964 13bis

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting

Instantie: Hof 's-Gravenhage

Editie: 14 februari

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen