Hof Den Haag oordeelt in hoger beroep dat de korting uit oogpunt van doelmatigheid past binnen de ruime gemeentelijke vrijheid om de tarieven vast te stellen. Er is ook geen strijd met het gelijkheidsbeginsel. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

X bv laat in de gemeente Rotterdam een nieuw distributiecentrum bouwen met een heffingsgrondslag voor de gemeentelijke leges (€ 155.187) van € 7.950.000. Volgens Rechtbank Rotterdam claimt X bv ten onrechte een korting van 50%, conform die voor kleine verbouwingen met de onlineapplicatie, genaamd Blitts. Ook leidt de korting niet tot een onredelijke of willekeurige heffing. X bv gaat in hoger beroep.

Hof Den Haag (V-N 2022/39.1.5) oordeelt dat de korting uit oogpunt van doelmatigheid past binnen de ruime gemeentelijke vrijheid om de tarieven vast te stellen. Daaraan doet niet af dat de wijze waarop de korting is geformuleerd zeker niet de schoonheidsprijs verdient. De korting is geen schending van het gelijkheidsbeginsel. Het feit dat de korting vanwege de omvang van het onderhavige project niet van toepassing is, is geen ongelijke behandeling van gelijke gevallen. Het beroep van X bv is ongegrond. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 229

Gemeentewet 219

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hoge Raad

Editie: 31 januari

11

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen