I koopt voor € 1 mln een appartementsrecht van J. I verkoopt het appartementsrecht drie dagen later door aan belanghebbende, X. Het appartementsrecht wordt vervolgens gesplitst in twaalf appartementsrechten. Op 4 september 2004 worden de twaalf appartementsrechten vervolgens door J, voor € 1 mln, geleverd aan M, en direct daarna levert M zeven appartementsrechten aan H bv, een vennootschap waarvan X indirect de aandelen houdt, voor ruim € 1,8 mln. Op 4 november 2004 worden de overige vijf appartementsrechten om niet aan H bv geleverd. De inspecteur stelt dat er bij de transacties met betrekking tot de appartementsrechten sprake is geweest van een verkapte winstuitdeling, omdat M niet werkelijk de koper en de wederverkoper is geweest. Volgens de inspecteur is M er alleen maar tussen geschoven om een voordeel van € 850.000 aan X te doen toekomen, en waren de opgemaakte notariële akten vals. De inspecteur legt daarom een IB-navorderingsaanslag op aan X.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat de notariële akten en nota's van afrekening geen afspiegeling van de werkelijkheid zijn. Volgens de rechtbank is M er uiteindelijk tussengeschoven om er voor te kunnen zorgen dat H zeven appartementsrechten zou verkrijgen voor € 900.000 en X vijf voor € 100.000. Vervolgens merkt de rechtbank op dat de inspecteur er terecht vanuit is gegaan dat er sprake is van een uitdeling, en dat partijen zich hier ook bewust van waren.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 4.12
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 12 juni