Belanghebbende, X bv, stelt mede voor privégebruik aan haar enig werknemer, de heer Y, een BMW ter beschikking. Het betreft een auto met metallic lak en is naast de standaardopties uitgerust met onder andere een automatische transmissie, het M-sportpakket en het Executive pakket. X bv heeft de auto van de dealer gekocht voor € 48.850 (inclusief btw en BPM). De cataloguswaarde is volgens de site van de RDW echter € 55.624. In geschil is de grondslag voor de berekening van de loonheffing wegens het privégebruik van de auto. X bv bepleit € 47.635, zijnde de onderhavige consumentenprijs minus de kosten van het rijklaar maken, zoals in de koopovereenkomst is vermeld. Volgens de inspecteur is de werkelijk betaalde prijs niet relevant.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat de catalogusprijs die door de fabrikant of importeur aan de dealers is bekendgemaakt voor de loonheffing doorslaggevend moet zijn (zie Hof Leeuwarden 3 januari 2012, nr. 11/00032). Niet relevant is of de dealer de auto goedkoop heeft kunnen inkopen of deze om andere reden en al dan niet met meerdere tegelijk voor een lager bedrag te koop aanbiedt aan consumenten. Voorts is vaste rechtspraak dat voor actiemodellen geen afzonderlijke catalogusprijs kan worden gehanteerd (zie Hof Amsterdam 16 mei 2013, nr. 12/00098, V-N 2013/43.19). Het beroep van X bv is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 9
Wet op de loonbelasting 1964 13bis