Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat B bv niet aannemelijk maakt dat ten tijde van de aangifte sprake was van een gebruikte auto. Aannemelijker is dat de eerste, buitenlandse, kentekenregistratie, plaatsvond nadat de koopovereenkomst met B bv reeds was gesloten.

Belanghebbende, B bv, koopt in 2012 een Porsche 911 3.8 Carrera S voor € 123.760. Op de factuur staat een km-stand van 10 vermeld. De auto is op dat moment niet geregistreerd in het Nederlandse kentekenregister. Het Duitse exportkenteken staat op naam van haar in Zwitserland wonende bestuurder. In februari 2012 doet B bv BPM-aangifte. De km-stand is op dat moment 3.092. Volgens B bv is het een gebruikte auto en is de verschuldigde BPM € 15.067. De inspecteur stelt dat het een nieuwe auto is en heft € 9.118 na. In geschil is of dat terecht is.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat B bv niet aannemelijk maakt dat ten tijde van de aangifte sprake was van een gebruikte auto. Aannemelijker is dat de eerste, buitenlandse, kentekenregistratie, plaatsvond nadat de koopovereenkomst met B bv reeds was gesloten, zijnde een U-bochtconstructie. De bestrijding van U-bochtconstructies blijkt uit de wijziging in medio 2010 van de Leidraad BPM. B bv beroept zich dus vergeefs op HR 29 januari 2016, nr. 14/01503, V-N 2016/7.21. Het beroep van B bv is ongegrond.

Lees ook het thema Wetsvoorstel Uitwerking Autobrief II.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 28 september

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen