Hof Den Haag oordeelt dat het niet mogelijk is om delen van de nabetaling van de arbeidsongeschiktheidsuitkering uit het inkomen van 2018 te halen en alsnog toe te rekenen aan de voorgaande jaren.

X brengt in de aangiften IB/PVV 2017 en 2018 een onderhoudsverplichting en specifieke zorgkosten in aftrek. De onderhoudsverplichting betreft kosten voor het levensonderhoud van de vrouw van X, die in 2017 en 2018 in Marokko woonachtig was. De inspecteur wijkt af van de aangiften IB/PVV 2017 en 2018 omdat X de aftrekposten niet heeft onderbouwd en vanwege een niet opgegeven nabetaling van een arbeidsongeschiktheidsuitkering in 2018. In hoger beroep is in geschil of de inspecteur terecht de nabetaling van de arbeidsongeschiktheidsuitkering tot het belastbaar inkomen 2018 heeft gerekend en of aftrekposten terecht zijn geweigerd.

Hof Den Haag oordeelt dat het niet mogelijk is om delen van de nabetaling van de arbeidsongeschiktheidsuitkering uit het inkomen van 2018 te halen en alsnog toe te rekenen aan de voorgaande jaren. X heeft de nabetaling arbeidsongeschiktheidsuitkering in 2018 aangevraagd en toegewezen gekregen, waardoor de nabetaling niet eerder dan 2018 inbaar is. Omdat X de nabetaling in 2018 heeft ontvangen heeft de inspecteur de nabetaling van de arbeidsongeschiktheidsuitkering volledig mogen rekenen tot het belastbaar inkomen in 2018. Tot slot zijn de kosten voor het levensonderhoud van de vrouw van X aftrekbaar, omdat X en zijn vrouw in 2017 en 2018 duurzaam gescheiden hebben geleefd. X’ hoger beroep is deels gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 6.17

Wet inkomstenbelasting 2001 3.146

Wet inkomstenbelasting 2001 6.3

Instantie: Hof Den Haag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 2 mei

Informatiesoort: VN Vandaag

272

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen