Rechtbank Amsterdam oordeelt dat de naheffingsaanslag parkeerbelasting is opgelegd in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel nu er wel aanleiding was voor twijfel, maar geen controleur naar de locatie is gestuurd.

Aan X is een naheffingsaanslag opgelegd. X meent dat dat ten onrechte is, omdat hij met draaiende motor op de parkeerplaats in de auto zat en zijn navigatie raadpleegde. X komt in beroep.

Rechtbank Amsterdam oordeelt dat de naheffingsaanslag in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel is opgelegd. De scanfoto’s in deze zaak hadden aanleiding moeten geven tot twijfel of sprake was van parkeren. Op de foto’s is duidelijk te zien is dat X in de auto zit en dat de auto de parkeerplek lijkt te willen verlaten en in de rijrichting wil invoegen. Dat kan er op duiden dat de bestuurder mogelijk net iemand heeft afgezet of net klaar is met laden en lossen en op het punt staat weer te vertrekken. Bij een situatie van twijfel ligt het op de weg van de heffingsambtenaar om een parkeercontroleur naar de desbetreffende locatie te sturen om te controleren of daadwerkelijk sprake is van parkeren. Dat schrijft de eigen werkwijze ook voor. In dit geval is geen parkeercontroleur naar de locatie gestuurd. Daarmee heeft de heffingsambtenaar in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel gehandeld. X' beroep is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 225

Instantie: Rechtbank Amsterdam

Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Belastingrecht algemeen

Editie: 24 januari

Informatiesoort: VN Vandaag

235

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen