Hof Amsterdam oordeelt dat er sprake is van een nieuw feit omdat de gerechtigdheid tot de eigen woning pas uit een nader onderzoek kon worden vastgesteld. Omdat de echtgenote buiten Nederland woont, is zij geen fiscaal partner en is de woning geen gemeenschappelijk inkomensbestanddeel.

Belanghebbende, X, heeft met zijn echtgenote het gemeenschappelijk eigendom van hun woning in Nederland. Op 29 juni 2015 emigreert de echtgenote. In de aangiften IB/PVV 2015, 2016 en 2017 bedeelt X de hypotheekrenteaftrek op de woning volledig aan zichzelf toe. De inspecteur legt hem voor 2016 en 2017 navorderingsaanslagen op en neemt de inkomsten uit eigen woning voor 50% in aanmerking. In geschil is of er sprake is van een nieuw feit. Zo ja, is dan terecht 50% in aanmerking genomen?

Het Hof oordeelt dat er sprake is van een nieuw feit omdat X in de aangiften 2016 en 2017 aangeeft geen fiscaal partner te hebben. Pas bij controle van de aangifte 2015 blijkt dat de eigendomsverhoudingen niet zijn gewijzigd. Omdat de echtgenote buiten Nederland woont, is zij geen fiscaal partner en is de woning geen gemeenschappelijk inkomensbestanddeel. Het aandeel van X is 50%. De beroepen van belanghebbende zijn ongegrond.

Lees ook het thema Navordering.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Wet inkomstenbelasting 2001 2.17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 20 december

10

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen