Belanghebbende, X, is vennoot van een in firmaverband geëxploiteerde grillroom/pizzeria. Naar aanleiding van een boekenonderzoek in verband met de aanvaardbaarheid van de aangiften omzetbelasting van de vof en de aangiften inkomstenbelasting van de vennoten wordt een informatiebeschikking afgegeven. Reden daarvoor is dat de boekhouding van de vof ernstige gebreken vertoont. Betalingen vinden bijvoorbeeld nagenoeg uitsluitend plaats per kas, maar een overzicht van de kasstromen is niet aanwezig. Nadat de informatiebeschikking onherroepelijk vast staat maakt de inspecteur een theoretische omzetberekening. Daarvan worden de verschuldigde inkomstenbelasting en bijdrage zorgverzekeringswet afgeleid. In geschil zijn de aan X opgelegde navorderingsaanslagen IB/PVV en ZVW over de jaren 2012 tot en met 2014 en de vergrijpboetes van (na bezwaar) 25%.
Volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant is het aannemelijk dat de aangiften IB/PVV en ZVW tot een te laag bedrag zijn gedaan. Gelet op de ernst van de gebreken in de administratie is de omkering en verzwaring van de bewijslast door de onherroepelijke informatiebeschikking gerechtvaardigd. De schatting van de inspecteur is redelijk en X toont niet aan dat de navorderingsaanslagen onjuist zijn. Het beroep is ongegrond. De boetes worden wel ambtshalve gematigd met 5% vanwege overschrijding van de redelijke termijn.
Wetsartikelen:
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 21 januari