Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het pand door de ingrijpende verbouwing in 1956 zijn aard van woning heeft verloren en bestemd is om dienst te doen als hotel/restaurant.

X koopt in 2017 een pand dat in 1813 als woning is gebouwd. Het pand heeft in de periode 1936 tot 1956 diverse bestemmingen gehad en is in 1956 ingrijpend verbouwd tot hotel met 12 kamers en 2 restaurants. In de jaren ‘80 worden een aantal kamers verbouwd en als woning in gebruik genomen. De overige kamers worden als Bed & Breakfast geëxploiteerd en het restaurant blijft ongewijzigd in gebruik. De WOZ-beschikking omschrijft het pand als “niet-woning deels in gebruik als woning”, het Kadaster hanteert de omschrijving “bedrijvigheid(industrie)”. X voldoet de overdrachtsbelasting gebaseerd op het tarief van 6 %. In bezwaar stelt hij dat het verlaagd tarief van 2% van toepassing is omdat het pand naar zijn aard een woning is gebleven. De inspecteur past het verlaagd tarief alleen op de als woning in gebruik zijnde kamers toe.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het pand door de ingrijpende verbouwing in 1956 zijn aard van woning heeft verloren en bestemd is om dienst te doen als hotel/restaurant. De omstandigheid dat naderhand een deel van de kamers als woning in gebruik is genomen verandert hier niets aan. Het hoteldeel weer geschikt maken voor bewoning vergt meer dan een beperkte aanpassing. Bovendien zijn hotels/pensions in de parlementaire geschiedenis uitdrukkelijk uitgezonderd van het verlaagd tarief. Het beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op belastingen van rechtsverkeer undefined

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van rechtsverkeer

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 21 januari

7

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen