Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het grootste deel van X’s inkomen in de woonstaat Frankrijk belast mag worden. Frankrijk is in staat rekening te houden met de persoonlijke situatie van X.

Belanghebbende, X, woont in Frankrijk en geniet voor 2017 een totaalbedrag van € 63.943 aan inkomsten uit lijfrente en pensioen. X stelt dat hij ziektekosten heeft gemaakt die in Frankrijk niet door de verzekering zijn gedekt, en heeft voor zijn Nederlandse IB/PVV 2017 een inkomen van € 28.241 aangegeven. In geschil is of de inspecteur aan X - gelet op het Unierecht - aftrek moet toestaan van een deel van de door belanghebbende gemaakte ziektekosten.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de situatie van X niet vergelijkbaar is met de situatie aan de orde in het arrest X, HvJ EU C-283/15. X kan zijn gemaakte ziektekosten niet in aftrek brengen naar rato van het in Nederland belaste deel van zijn inkomen. Het woonland (Frankrijk) kan in de situatie van X rekening houden met zijn persoonlijke en gezinssituatie, zodat de bronstaat (Nederland) hiertoe niet is gehouden. Dat Frankrijk geen regeling kent die de aftrek van zorgkosten toestaat, is een dispariteit en leidt niet tot strijdigheid met het Unierecht. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 7.8

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 49

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Europees belastingrecht, Internationaal belastingrecht

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 21 januari

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen