Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat Rijnvarende X van 1 januari tot en met 31 december 2018 premieplichtig is in Nederland. De inspecteur is namelijk gebonden aan de door de Svb afgegeven A1-verklaring.
Belanghebbende, Rijnvarende X, werkt in 2018 voor het in Liechtenstein gevestigd A bv. De Svb geeft een A1-verklaring af aan X waarbij het Nederlandse socialezekerheidsrecht van toepassing wordt verklaard voor de periode van 1 januari 2016 tot en met 31 maart 2019. X is het er niet mee eens dat de inspecteur voor het jaar 2018 geen PVV-vrijstelling toepast.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat Rijnvarende X van 1 januari tot en met 31 december 2018 premieplichtig is in Nederland. De inspecteur is namelijk gebonden aan de door de Svb afgegeven A1-verklaring. De rechtbank kent daarbij geen rechtskracht toe aan de door Liechtenstein afgegeven A1-verklaring. Liechtenstein heeft namelijk haar bezwaren tegen de A1-verklaring van Nederland ingetrokken. Verder is er ook geen reden voor verrekening van in Liechtenstein ingehouden werknemerspremies. De Wet IB 2001 biedt daarvoor volgens de rechtbank namelijk geen basis. Het beroep is ongegrond.
Lees ook het thema Internationale sociale zekerheid.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.80
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Premieheffing, Sociale zekerheid algemeen
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 28 juni