X AG uit Liechtenstein verzoekt de Svb om te bevestigen dat op haar in Nederland wonende Rijnvarenden de socialezekerheidswetgeving van Liechtenstein van toepassing is. Omdat X AG en de Rijnvarenden volgens de Svb tekort schieten in het verstrekken van informatie aan de hand waarvan objectief kan worden vastgesteld welk gedeelte van hun werkzaamheden in Nederland wordt verricht, verklaart de Svb de Nederlandse socialezekerheidswetgeving van toepassing. X AG en de Rijnvarenden zijn het hier niet mee eens.
De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de Svb, bij gebrek aan objectief verifieerbare verdere informatie, de wetgeving van Nederland voorlopig op de Rijnvarenden van toepassing mocht verklaren, en niet die van Liechtenstein. De Centrale Raad overweegt daarbij dat de procentuele verhouding van arbeidstijden in en buiten Nederland niet objectief verifieerbaar was vast te stellen. Verder merkt de Centrale Raad nog op dat X AG en de Rijnvarenden weliswaar extra Bordbücher en partijverklaringen hebben verstrekt, maar geen nieuwe informatie. De Svb kan dan niet met voldoende zekerheid, objectief, vaststellen of de Rijnvarenden al dan niet een substantieel gedeelte van hun werkzaamheden verrichtten of zouden verrichten in Nederland. De Nederlandse wetgeving is van toepassing op de Rijnvarenden.
Tegen deze uitspraak is beroep in cassatie ingesteld (21/02361).
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Internationale sociale zekerheid
Instantie: Centrale Raad van Beroep
Editie: 5 juli