Belanghebbende, bv X, ontvangt naheffingsaanslagen loonbelasting (LB) over 2006 t/m 2009 in verband met onder meer niet-afgedragen loonheffingen over het loon van dga Y. Over 2006 legt de inspecteur een verzuimboete op van 5%, over 2007 en 2008 vergrijpboeten van 50%, en over 2009 een verzuimboete van 5% die later vervalt. Hof Den Haag bevestigt in hoger beroep de uitspraak van de rechtbank. Rechtbank Den Haag heeft geoordeeld dat Y in 2008 en 2009 een a.b. heeft in bv X en dat de inspecteur het loon van Y terecht verhoogt naar het bedrag dat een andere werknemer van bv X in die jaren verdient, welk bedrag is opgebouwd uit loon plus provisies. De rechtbank oordeelt verder dat de vergrijpboeten terecht zijn opgelegd. De externe accountant wijst bv X er al in 2005 en 2006 op dat bv X ten onrechte geen aangifte loonheffingen doet voor Y. Door niettemin geen maatregelen te treffen om te voorkomen dat ook over latere jaren onjuist aangifte zal worden gedaan en te weinig belasting zal worden betaald, heeft bv X bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat de verschuldigde loonheffing (gedeeltelijk) niet zal worden betaald, aldus de rechtbank. Daarmee is (voorwaardelijk) opzet bewezen; de rechtbank acht de boeten ook passend en geboden.
Lees ook het thema over Gebruikelijk loon en verzekeringsplicht DGA.
Wetsartikelen:
Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst 24a
Wet op de loonbelasting 1964 12a
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67f
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67c