Hof Amsterdam oordeelt in hoger beroep dat de inspecteur bij het onderzoek naar het advieskantoor terecht een getrapte werkwijze heeft toegepast. Bij het vaststellen van de aanslag was de inspecteur kennelijk niet gerust op de juistheid van de aangiften van dat kantoor, maar dat hield niet in dat elke aangifte waarschijnlijk onjuist was. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

X en haar partner zijn eigenaar van twee woningen. In februari 2012 verlaten zij hun oude woning en staan vanaf dat moment ingeschreven op het nieuwe adres. Vanaf februari 2012 is de oude woning in gebruik bij een derde die er ook officieel staat ingeschreven. In de aangifte IB 2014 worden nog steeds de hypotheeklasten van de oude woning afgetrokken. In geschil is of in 2017 terecht een navorderingsaanslag over 2014 is opgelegd. Volgens Rechtbank Noord-Holland is het accepteren van de aangifte een ambtelijk verzuim van de inspecteur. Het kantoor van X' gemachtigde stond namelijk onder verscherpt toezicht wegens het opvoeren van gefingeerde aftrekposten. De inspecteur stelt in hoger beroep dat het kantoor van de gemachtigde alleen werd verdacht van het opvoeren van te veel zorgkosten.

Hof Amsterdam (V-N 2022/24.1.6) oordeelt dat de inspecteur bij het onderzoek naar het kantoor terecht een getrapte werkwijze heeft toegepast (zie V-N 2022/21.31.4). Bij het vaststellen van de aanslag was de inspecteur kennelijk niet gerust op de juistheid van de aangiften van dat kantoor, maar dat hield niet in dat elke aangifte waarschijnlijk onjuist was. Bovendien had X geen aftrek voor zorgkosten geclaimd, zodat er reeds daarom geen grond is voor de conclusie dat de inspecteur een ambtelijk verzuim heeft begaan. Er mag dus worden nagevorderd. De correctie is ook terecht. X maakt niet aannemelijk dat de bewoner van het oude huis alleen een soort kraakwacht was (zie ook 20/00619). Het beroep van de inspecteur is gegrond. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Wet inkomstenbelasting 2001 3.111

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hoge Raad

8

Gerelateerde artikelen