Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X geen bezwaar kan maken tegen aanslagen die zijn opgelegd aan de persoon met wie ze enkele jaren heeft samengewoond en waarvoor een rechtsvermoeden van overlijden is uitgesproken.

Belanghebbende, X, gaat in bezwaar tegen aanslagen IB/PVV en inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet die zijn opgelegd aan de persoon met wie zij heeft samengewoond. Zij waren ongehuwd en geen geregistreerde partners. Rechtbank Limburg heeft van deze persoon een rechtsvermoeden van overlijden uitgesproken. De inspecteur verklaart het bezwaar niet-ontvankelijk, omdat het niet door een bevoegd persoon is ingediend.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X geen bezwaar kan maken tegen aanslagen die zijn opgelegd aan de persoon met wie ze enkele jaren heeft samengewoond en waarvoor een rechtsvermoeden van overlijden is uitgesproken. Doordat X geen verklaring van erfrecht heeft willen overleggen kan niet vastgesteld worden of zij beroepsgerechtigde in de zin van art. 26a lid 1 en onderdeel a AWR is. Evenmin is zij beroepsgerechtigde op grond van art. 26a lid 2 AWR. Nu zij geen beroepsgerechtigde is kan zij ook geen rechtsgeldig bezwaar tegen de aanslagen maken (art 7:1 lid 1 Awb). De inspecteur heeft haar bezwaren derhalve terecht niet-ontvankelijk verklaard. Het hiertegen ingestelde beroep heeft de rechtbank terecht ongegrond verklaard. Het hof bevestigt derhalve de uitspraak van de rechtbank.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 26a

Algemene wet bestuursrecht 8:1

Algemene wet bestuursrecht 7:1

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 19 juli

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen