Rechtbank Den Haag oordeelt dat de keuze van de werkgever om het loon niet als eindheffingsbestanddeel aan te wijzen doorwerkt naar de IB-heffing van X. Het loon moet volledig in de heffing worden betrokken.

X heeft de Deense nationaliteit en is van 1 januari 2012 tot en met 31 maart 2015 in loondienst bij bv1. Op 24 februari 2012 is een beschikking aan X afgegeven, waardoor de 30%-regeling vanaf 1 augustus 2011 tot en met 28 februari 2021 op dit loon van toepassing is. Vanaf 1 april 2015 is X als directeur-grootaandeelhouder in loondienst bij zijn eigen bv2. In april en mei 2015 geniet X in totaal € 1.534.274 (inclusief beëindigingsvergoeding) loon van bv1. Hierop is niet de 30%-regeling toegepast en op dit loon is ook geen loonheffing ingehouden. In geschil is of X in zijn IB-aangifte over 2015 voor € 833.553 terecht alsnog een 'correctie 30%-regeling' claimt.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de keuze van bv1 om het loon niet als eindheffingsbestanddeel aan te wijzen doorwerkt naar de IB-heffing van X en dat het loon van bv1 dus volledig in de heffing moet worden betrokken. Mocht bv1 – zoals X stelt – een fout hebben gemaakt, dan kan uitsluitend bv1 dit herstellen door middel van een correctiebericht. X beroept zich ook vergeefs op HR 27 april 2012, 11/01873, V-N 2012/22.12. Destijds gold de onderhavige werkkostenregeling namelijk nog niet. De belastingrente hoeft ook niet gematigd te worden, ondanks dat de aanslag pas bijna twee jaar na het indienen van de aangifte is opgelegd. De vertraging is namelijk te wijten aan het doen van een onjuiste aangifte. Het beroep van X is ongegrond.

Lees ook het thema De 30%-regeling.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.81

Wet op de loonbelasting 1964 31a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Loonbelasting

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 25 juni

Focus: Focus

Carrousel: Carrousel

16

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen