De reden dat het wetsvoorstel voor een conditionele bronbelasting op dividenden niet eerder in werking treedt dan 1 januari 2024 is dat dit wetsvoorstel pas per die datum uitvoerbaar is door de Belastingdienst. Er is een beperkte personele capaciteit bij de dividendbelasting om systeemaanpassingen te realiseren. Er is gekozen om deze capaciteit in te zetten om de dividendbelasting te digitaliseren. Dat schrijft de Staatssecretaris van Financiën in de nota naar aanleiding van het verslag bij het wetsvoorstel aan de Tweede Kamer.
Alle dividenduitkeringen aan laagbelastende en niet-coöperatieve jurisdicties binnen concernverband die onder de reikwijdte van het voorstel vallen, worden onderworpen aan bronbelasting. Het kabinet vindt deze stromen ongewenst en wil voorkomen dat Nederland wordt gebruikt als toegangspoort naar laagbelastende en niet-coöperatieve jurisdicties.
Het wetsvoorstel voorziet straks in twee situaties in een aanvullende bronbelasting op dividenden. Ten eerste gaat het om de situatie waarin een dividenduitkering plaatsvindt binnen concernverband aan een lichaam dat is gevestigd in een laagbelastende jurisdictie waarmee Nederland een verdrag ter voorkoming van dubbele belasting heeft gesloten. Ten tweede betreft dit de situatie waarin een dividenduitkering plaatsvindt door een zogenoemde niet-houdstercoöperatie aan een lichaam dat is gevestigd in een laagbelastende jurisdictie. In deze situaties wordt nu geen dividendbelasting geheven.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingrecht algemeen
Regelgevende instantie: Tweede Kamer
Editie: 25 juni