Aan X zijn in de IB-sfeer navorderingsaanslagen en 75% vergrijpboeten opgelegd, nadat de FIOD heeft ontdekt dat de penningmeester van een ANBI-instelling op grote schaal in valse kwitanties handelde en dat X hiervan ook gebruik heeft gemaakt. X verzoekt pas in 2018 om ambtshalve verminderingen voor 2012 en 2013. Hij werkte namelijk bij de Belastingdienst en wilde ter voorkoming van problemen eerder geen bezwaar maken. Inmiddels heeft X strafontslag gekregen. Volgens Rechtbank Den Haag is de vijfjaarstermijn voor 2012 al verstreken. Voor 2013 zijn de kwitantie en een bankafschrift van een contante opname onvoldoende bewijs dat de gift ten goede is gekomen aan de ANBI-instelling. X gaat in hoger beroep.
Hof Den Haag oordeelt dat dat het strafontslag samenhangt met de onrechtmatige giftenaftrek. Gelet op de grote gevolgen daarvan is de boete van € 555 niet meer passend en geboden. De boete wordt daarom gematigd tot nihil. Voor het overige wordt de uitspraak van de rechtbank bevestigd. Op basis van het handgeschreven kasboek van de ANBI-instelling is aannemelijk dat X in 2014 voor € 240 de bewuste valse kwitantie van € 2000 heeft gekocht.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67e
Wet inkomstenbelasting 2001 9.6
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Belastingrecht algemeen, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof Den Haag