X woont in Nederland en werkt tot 1 december 2018 voor een Duitse werkgever. In 2019 ontvangt zij pensioeninkomsten uit Duitsland. Vanaf 10 augustus 2019 ontvangt X een AOW-uitkering. X is van mening dat zij, omdat zij in Duitsland AOW heeft opgebouwd, in 2019 niet premieplichtig is voor de AOW.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X tot en met 9 augustus 2019 nog premieplichtig is voor de AOW. Zij had in 2019 namelijk nog niet de (Nederlandse) pensioengerechtigde leeftijd bereikt. Ook is zij nog premieplichtig voor de WLZ en de Anw. Verder heeft de inspecteur de heffingskorting juist vastgesteld, maar wordt de bijdrage Zvw verminderd. Het beroep is deels gegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.80
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Premieheffing, Sociale zekerheid ouderen
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 28 juni