Belanghebbende, X, is het niet eens met een naheffingsaanslag parkeerbelasting. Hij verzoekt tevens om een dwangsom wegens niet tijdig beslissen op bezwaar.
Rechtbank Gelderland verwerpt het standpunt van de gemeente dat de beslistermijn pas begint te lopen na motivering van het bezwaarschrift door de indiener ervan. Dit is niet juist, de beslistermijn wordt alleen opgeschort na een brief van het bestuursorgaan waarin de indiener van het bezwaar wordt verzocht de bezwaargronden aan te vullen (art. 7:10 lid 2 Awb). In dit geval is de opschorting 15 dagen en eindigt de beslistermijn op 15 januari 2018. X heeft de gemeente per e-mail van 19 januari 2018 in gebreke gesteld en de rechtbank acht die ingebrekestelling geldig. De heffingsambtenaar stelt dat hij ingebrekestellingen per e-mail niet in behandeling neemt, maar een vorige per e-mail ingediende ingebrekestelling heeft hij wel behandeld. X heeft recht op een dwangsom van € 1260 vermeerderd met wettelijke rente. De rechtbank oordeelt dat de gemeente € 1,40 te veel parkeerbelasting heeft nageheven. X had namelijk wel parkeerbelasting betaald, maar alleen iets te weinig (verkeerde zone). Alleen het meerdere is na te heffen voor een uur.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 7:10
Algemene wet bestuursrecht 6:12
Algemene wet bestuursrecht 4:17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Invordering, Belastingen van lagere overheden
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 3 september