X drijft een onderneming in de machinebouw. Zij is ontevreden over de (fiscale) werkzaamheden van haar administratiekantoor en beëindigt de overeenkomst van opdracht met dit kantoor. X laat een accountantskantoor herstelwerk uitvoeren en vordert vervolgens bij de civiele kamer van Rechtbank Noord-Holland de kosten van dit herstelwerk terug bij het administratiekantoor.
De civiele kamer van Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X tevergeefs een vergoeding claimt van haar voormalige administratiekantoor voor de kosten van herstelwerk geleverd door haar nieuwe accountant. Het administratiekantoor is nooit in de gelegenheid gesteld om de fouten zelf te herstellen. Omdat een ingebrekestelling ontbreekt en naar het oordeel van de rechtbank geen sprake is van een situatie als bedoeld in de artikelen 6:82 lid 2 en 6:83 BW, is het administratiekantoor niet in verzuim geraakt. Zowel voor de ontbinding van de overeenkomst als voor schadevergoeding is wel vereist dat het administratiekantoor in verzuim is. Nu geen sprake is van een verzuim, komt de rechtbank niet toe aan een inhoudelijke beoordeling van de fouten die het administratiekantoor volgens X zou hebben gemaakt. De rechtbank veroordeelt X in de proceskosten aan de zijde van het administratiekantoor, maar ziet geen reden voor een integrale proceskostenvergoeding.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Verbintenissenrecht
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 10 juni