Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X ten onrechte aansprakelijk is gesteld voor de aan A bv opgelegde LB-naheffingsaanslag. De conclusie dat X is aan te merken als eigenbouwer is onvoldoende onderbouwd.

Belanghebbende, X, heeft circa 500 locaties in Nederland waar zorg wordt verleend. In 2016 gaat zij een overeenkomst aan met A bv, een schoonmaakbedrijf. A bv wordt op 11 oktober 2016 failliet verklaard. Op 24 oktober 2016 wordt aan A bv een LB-naheffingsaanslag opgelegd. Omdat deze niet wordt betaald, wordt X aansprakelijk gesteld voor deze naheffingsaanslag. Volgens de ontvanger moet X als eigenbouwer worden aangemerkt. X betwist dit.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X ten onrechte aansprakelijk is gesteld voor de aan A bv opgelegde LB-naheffingsaanslag. De conclusie dat X is aan te merken als eigenbouwer is onvoldoende onderbouwd. De rechtbank overweegt daarbij dat de ontvanger slechts in algemene bewoordingen heeft aangegeven dat X moet worden aangemerkt als eigenbouwer. Uit hetgeen de ontvanger aan gegevens heeft verstrekt, wordt niet duidelijk wat de werkzaamheden precies waren, waar zij zijn verricht, door wie en op welke wijze. De rechtbank kan daarom niet vaststellen hoe de feitelijke situatie precies is, terwijl de beoordeling daar wel van afhankelijk is. De rechtbank vernietigt de beschikking aansprakelijkstelling.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Invorderingswet 1990 35

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Invordering

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 9 oktober

Focus: Focus

Carrousel: Carrousel

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen