Rechtbank 's-Gravenhage vernietigt de naheffingsaanslag loonheffingen en de vergrijpboete. De inspecteur slaagt er niet in aannemelijk te maken dat de lassers/ijzerwerkers bij X bv in dienstbetrekking zijn en maakt niet aannemelijk dat X bv aan haar administratieplicht voldoet zodat er geen reden is om de bewijslast om te keren.

Belanghebbende, X bv, is in 2008 opgericht. Haar werkzaamheden zijn omschreven als het verrichten van constructie- en laswerkzaamheden, het leveren van personeelsdiensten en het uitoefenen van onderaannemer van arbeid. Enig opdrachtgever van X bv in 2008 is F bv. Zij geeft X bv de opdracht om las- en ijzerwerkzaamheden te verrichten aan een motortankschip. Op haar beurt besteedt X bv de werkzaamheden uit aan H te (I) Duitsland, en H doet dat weer aan een Poolse onderneming (K) die in Nederland zou zijn gevestigd maar die bij de Nederlandse belastingdienst onbekend is. H factureert aan X bv in totaal € 279.100. X bv betaalt dit bedrag per bank (€ 141.100) en in contanten (€ 138.000). De Duitse belastingautoriteiten vinden het contant uitbetaalde bedrag niet terug in de administratie van H. De inspecteur concludeert hieruit dat X bv het bedrag aan anonieme werknemers heeft uitbetaald en legt X bv een naheffingsaanslag loonheffingen op van € 250.746 plus een vergrijpboete van € 62.686.

Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat de presumptie van de inspecteur dat de lassers en ijzerwerkers bij X bv in dienstbetrekking zijn, onjuist is. Dat het bedrag van € 138.000 niet in de administratie van H is aangetroffen, rechtvaardigt niet de conclusie dat X bv het bedrag niet aan H heeft betaald te meer omdat X bv de betaling heeft onderbouwd met een notariële verklaring van de directeur van H. Ingeval X bv dit bedrag niet aan H heeft uitbetaald, volgt daar nog niet uit dat X bv het bedrag rechtstreeks aan de vaklieden heeft uitbetaald. Ook heeft de inspecteur tegenover de betwisting door X bv niet aannemelijk gemaakt dat er sprake is van een gezagsverhouding tussen X bv en de vaklieden. Nu er geen sprake is van een dienstbetrekking, heeft de inspecteur niet aannemelijk gemaakt dat de loonadministratie van X bv zodanige gebreken vertoont dat deze niet voldoet aan de administratieplicht. De rechtbank verwerpt het beroep van de inspecteur op artikel 27 e AWR, en vernietigt de forse naheffingsaanslag en boetebeschikking.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting, Loonbelasting

Instantie: Rechtbank 's-Gravenhage

2

Gerelateerde artikelen