Hof 's-Hertogenbosch oordeelt in hoger beroep dat een onafhankelijke derde niet geneigd zal zijn om - net als de heer X - zonder enige vergoeding werkzaamheden in de vof te verrichten.

De heer X exploiteert met zijn echtgenote in vof-verband een schoonheidssalon. X is daarnaast in loondienst. Per 1 september 2006 is de vof gestart. De salon werd voorheen geëxploiteerd door de echtgenote. Haar winsten waren in de jaren 2002 tot en met 2005 respectievelijk € 5098, € 3634, € 5865 en € 6408. Achteraf is aan de echtgenote over 2006 een arbeidsvergoeding van € 15.000 toegekend. Hierdoor resteert er in de vof een verlies, waarvan op grond van de vof-akte 90% aan X is toegerekend. In geschil is of dit verlies terecht is gecorrigeerd. Rechtbank Breda oordeelt dat winstverdeling slechts zakelijk is als aan de echtgenote eerst een arbeidsvergoeding wordt toegekend, doch slechts voor zover de winst dit toelaat. De winstverdeling van 75% voor de echtgenote en 25% voor X, is op zich gerechtvaardigd, maar dat moet dan ook gelden voor eventuele verliezen. Voor 2006 betekent dit, dat de gehele winst als arbeidsbeloning naar de echtgenote gaat en dat de winst voor X nihil is. X gaat in hoger beroep.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat een onafhankelijke derde niet geneigd zal zijn om - net als X - zonder enige vergoeding werkzaamheden te verrichten. X maakt niet aannemelijk dat er zakelijke redenen zijn om van dat uitgangspunt af te wijken. De rechtbank heeft het door de inspecteur berekende winstaandeel van X van € 522 verminderd tot nihil. Hiermee is het inkomen van X eerder te laag dan te hoog vastgesteld. Het beroep van X is ook voor het overige ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 13 februari

52

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen