Air France-KLM draagt sinds 1999 niet meer de btw af die zij int bij de verkoop van niet-gebruikte vliegtickets. Dit betreft niet-omwisselbare tickets die vervallen omdat de betrokken passagiers niet komen opdagen bij het instappen, en omwisselbare tickets die vervallen omdat zij niet zijn gebruikt vóór de vervaldatum. De Franse fiscus is van mening dat Air France-KLM de btw wel degelijk moet voldoen, en heft de btw na. Air France-KLM is echter van mening dat de door een niet-opgedaagde passagier betaalde aankoopsom een contractuele schadevergoeding vertegenwoordigt die niet aan de btw is onderworpen. Volgens Air France-KLM strekt de aankoopsom namelijk tot compensatie van de door haar geleden schade. De Franse rechter heeft prejudiciële vragen in deze zaak gesteld.
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat het verkopen van vliegtickets ook is onderworpen aan de btw wanneer de passagiers de verkochte tickets niet hebben gebruikt en geen recht hebben op terugbetaling van de aankoopsom. Volgens het Hof van Justitie EU vormt de aankoopsom geen schadevergoeding voor het feit dat een passagier niet komt opdagen, maar een betaling, ook al heeft de passagier geen gebruik gemaakt van het aangeboden vervoer. Het Hof van Justitie EU overweegt hierbij dat Air France-KLM zich het recht voorbehoudt om de niet-benutte dienst door te verkopen aan een andere passagier, zonder dat zij verplicht is om de prijs ervan terug te betalen aan de oorspronkelijke passagier.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie
Editie: 24 december