Belanghebbende, X, ontmoet A bij een picknick. A verzoekt X vervolgens om, in verband met haar autisme, haar zorgverlener te worden. X stemt daarin toe. Naar aanleiding van door de Svb verstrekte informatie legt de inspecteur IB-(navorderings)aanslagen op aan X, omdat hij zijn PGB-inkomsten niet heeft verantwoord. De inspecteur neemt daarbij de op de gezamenlijke rekening van X en A gestorte PGB-gelden in aanmerking. Vanwege het ontbreken van een nieuw feit vernietigt de inspecteur vervolgens de navorderingsaanslagen. Alleen de IB-aanslag 2018 blijft in stand. Volgens X heeft hij in 2018 slechts € 5449 aan PGB-inkomsten genoten, het bedrag dat vanaf de gezamenlijke bankrekening aan hem is overgemaakt.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X jegens A voor zijn werkzaamheden in 2018 aanspraak kan maken op het gehele toegekende PGB-budget van € 52.000. Dit budget is namelijk uitsluitend bestemd voor de zorgwerkzaamheden van X in 2018. Ook heeft hij de PGB-verantwoordingsformulieren voor de ontvangst van dit bedrag ondertekend. Daarnaast is van belang dat X ter zitting verklaart dat hij in 2018 wekelijks op vrijdag tot en met zondag gemiddeld vijf uren per dag werkzaam is geweest. Verder is de rechtbank van mening dat X onvoldoende heeft onderbouwd dat hij en A mondeling nadere afspraken over de vergoeding hebben gemaakt. De IB-aanslag 2018 blijft in stand.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.90